Alle berichten van Navodi

Gezonde voeding voor honden en katten

Voeding is een belangrijke basis voor de gezondheid. In de natuurgeneeskunde wordt daarom altijd veel aandacht aan voeding besteed. Wij houden hierbij rekening met de behoeften van het dier vanuit zijn natuur. Hierbij kijken wij naar hoe de dieren van nature leefden en wat zij in het wild aten. Daarnaast kan de anatomie en fysiologie ons veel vertellen over de voedingsbehoeften.

Er zijn vele soorten honden -en kattenvoer en ook veel verschillende meningen over wat nu goed voer is. Daarom geef ik graag meer uitleg over dit onderwerp.

Carnivoren

Honden en katten zijn carnivoren. Honden stammen af van de wolf en onze katten van hun wilde voorouders. Ondanks dat de meeste honden totaal niet meer op wolven lijken is het maagdarmstelsel en hun gebit nog steeds hetzelfde. In de natuur vingen hun voorgangers zelf een prooi en met het eten van organen, botten en spiervlees komen zij aan hun voedingsstoffen. Eiwit en vet zijn belangrijke voedingsbronnen voor carnivoren. Verder krijgen zij nog wat andere voor verteerde plantaardige voedingsstoffen binnen dat in de maag van hun prooi zat. Honden pikken daarnaast nog wel eens wat planten of groenten of vruchten mee, maar katten doen dit als obligate carnivoren nauwelijks

Toch zijn er veel brokken te koop met een grote hoeveelheid aan granen, maïs, etc. De koolhydraten die je hierin vindt zijn moeilijk te verteren voor honden en katten, omdat het enzym amylase hiervoor nodig is. Honden hebben een geringe hoeveelheid amylase in hun speeksel, zodat zij de maaginhoud van hun prooien kunnen verteren. Katten hebben dit enzym niet.

Doordat het zo moeilijk te verteren is voor onze carnivoren zorgt dit voor extra belasting van de spijsverteringsorganen en extra afvalstoffen in het lichaam. Dit kan op korte of lange termijn zorgen voor veel gezondheidsklachten, zoals: spijsverteringsklachten, huidklachten, overvolle anaalklieren, oorontstekingen, onrust, overgewicht, alvleesklierproblemen, nierfalen en diabetes.

Vers vlees

Vers vlees is altijd mijn eerste keuze voor honden en katten. Hiermee bedoelen we rauw vlees. Omdat het rauw is blijven de voedingsstoffen het beste behouden. Ook kunnen de goede bacteriën en enzymen overleven, doordat het niet wordt verhit. Dit geeft veel voordelen voor de gezondheid en weerstand. Vlees bevat overigens veel vocht en door het bot dat erin zit heeft het een natuurlijke en goed opneembare calciumbron. Voor de vertering van rauw vlees en botten is een zuurder milieu nodig. Hier past de maag zich op aan. Door dit zuurdere milieu kunnen slechte bacteriën en parasieten moeilijke overleven, waardoor het ook nog eens de weerstand tegen wormbesmettingen verbetert. Alle vitaminen en mineralen die in het vlees zitten zijn in hun natuurlijke staat en daarom goed op te nemen door het lichaam.

Er zijn tegenwoordig vele soorten vers vlees voer op de markt. Er is KVV (kant en klaar vers vlees). Dit is gemalen vlees waarin bot, orgaan en spiervlees zit verwerkt en vaak in rollen of bakjes verpakt wordt. De verhoudingen tussen bot, orgaan en spiervlees zijn hierbij belangrijk. Een te hoog gehalte aan bot kan bijvoorbeeld voor harde ontlasting zorgen en een te hoog gehalte aan orgaanvlees kan juist voor slappe ontlasting zorgen. In goede merken KVV is deze verhouding goed uitgebalanceerd. Vers vlees kan als complete voeding worden gezien. Hierbij zijn wel een paar aandachtspunten. Er zijn merken waarbij elke verpakking (rol/bakje) compleet op zichzelf is door toevoeging van een vitamine -en mineralen preparaat en sommige merken zijn compleet doordat er meerdere diersoorten in zitten per verpakking. Daarnaast zijn er merken die compleet zijn door verschillende diersoorten af te wisselen. Je voert dan per vier weken ten minste vier diersoorten. Het afwisselen van diersoorten of gemixt vlees vind ik het best, omdat er geen synthetische voedingsstoffen aan toegevoegd hoeven te worden.

Wat ik wel eens hoor als tegenargument voor het voeren van vers vlees is dat brokken beter zouden zijn voor het gebit, omdat ze er meer op moeten kauwen. Honden en katten hebben echter geen maalgebit. Je ziet dit ook aan de tanden en kiezen. De puntige kiezen scharen langs elkaar. Hiermee kunnen zij stukken vlees in stukken knippen en vlees van de botten af schrapen. Om iets voor het gebit te doen, kan je daarom beter een bevleesd bot geven.

Ook is er een mogelijkheid om hele delen of karkassen te kopen en zelf de maaltijden samen te stellen, ook wel BARF genoemd (Bones and Raw Food). Het voordeel hiervan is dat de hond of kat meer moet kluiven. Dat is natuurlijk goed voor het gebit, maar het kluiven is ook kalmerend en het houdt hem bezig. Dit is ook prima te combineren met KVV.

Veel geziene voordelen bij het voeren van vers vlees:

  • gezondere darmflora > betere weerstand
  • minder verharen, gezondere huid en vacht
  • minder vaak en veel poepen
  • minder snel tandplak/tandsteen op het gebit, doordat het geen zetmeel/koolhydraten bevat
  • minder snel groeipijnen bij pups
  • minder hyperactief

Brok

Mocht het niet mogelijk zijn om rauw vlees te voeren of je voert echt liever een brok, dan raad ik aan om een graanvrije brok met een zo hoog mogelijk vleesgehalte en zo min mogelijk synthetische toevoegingen te kiezen. Ook synthetische vitaminetoevoegingen zijn belastend voor het lichaam en zorgen voor meer afvalstoffen. Daarnaast zijn deze vaak moeilijk op te nemen door het lichaam. Er komen steeds meer brokken op de markt waarbij rekening is gehouden met een zo natuurlijk mogelijk dieet voor dieren. Het nadeel van brokken blijft echter dat door het bereidingsproces voedingsstoffen verloren gaan en er geen levende enzymen en bacteriën meer overblijven. Daarom is het goed om bij brokken regelmatig voor wat pre -en probiotica te zorgen door middel van bijvoorbeeld een supplement.

Joep’s slaapplek

De 11 weken oude Joep woonde sinds een week bij zijn nieuwe baasjes. Het was een vrolijke pup, maar het alleen slapen ´s nachts vond hij nog erg wennen. Ook niet zo gek als een hond net bij zijn moeder weg is. Daarom sliep elke nacht één van zijn baasjes bij hem in de woonkamer. Als ze hem ´s nachts alleen lieten in de woonkamer was hij veel aan het janken. Zijn baasjes vroegen zich af of ze misschien iets konden doen om het wat makkelijker voor hem te maken vroegen mij om advies.

Voor dit soort vragen maak ik vaak op energetisch niveau contact met het dier, ook wel telepathisch communiceren genoemd. Dit deed ik vanuit mijn eigen huis. Afstand maakt hierbij namelijk niet uit en ik vind het vaak prettig om vanuit mijn eigen omgeving zonder afleiding te doen. Via dit energetisch contact krijg ik beelden en gevoelens door die mij informatie geven over hoe het met het dier gaat, wat er op dat moment speelt en wat hij nodig heeft. Het dier bepaalt zelf wat hij hierin wil laten zien.

Joep gaf aan dat hij het wel naar zijn zin had bij zijn nieuwe baasjes. Hij liet mij een warmte voelen vanuit zijn hart wat het best als dankbaarheid en tevredenheid is te beschrijven. Hij was hier op zijn plek. Wel zat er onder het stoere voorkomen van deze pup een onzekerheid en het zit in zijn aard om het graag goed te willen doen voor zijn baasjes. Ook zag hij het als zijn plicht om te waken over zijn baasjes. Dit bracht echter voor hem ook spanning mee.

Dit bleek ook een oorzaak voor zijn onrust in de nachten. Hij voelde zich niet veilig op de plek waar de bench stond. Overdag zaten zijn baasjes daar vlakbij, maar ´s nachts waren zijn baasjes in de slaapkamer die grenst aan de andere kant van de woonkamer. Daartussen was nog een buitendeur die het meest gebruikt werd in dit huis. Boven zijn bench was een trap. Zo kreeg hij het gevoel dat hij alert moest blijven om zowel de buitendeur als de trap in de gaten te houden, terwijl zijn baasjes een eind verderop in een andere kamer sliepen. “Een te grote taak op dit moment” liet hij weten.

Ik vroeg wat hem zou kunnen helpen. Waar wil je liever slapen in deze kamer? Hij liet de hoek zien die grenst aan de slaapkamer van zijn baasjes, naast de slaapkamerdeur. De bench vond hij prima, maar dan wel met het deurtje gericht naar de deur van de slaapkamer.

Daarna heb ik hem healing gegeven om hem te helpen aarden, dat is ook belangrijk om zelfvertrouwen te krijgen, en om ontspanning te geven.

Aan zijn baasjes heb ik doorgegeven wat zijn wensen waren. Ze hebben de bench meteen verplaatst zoals hij wilde. De volgende dag kreeg ik een berichtje dat hij die nacht goed heeft geslapen, alleen in de woonkamer. Na een paar keer “piepen” toen zij net in de slaapkamer waren is hij rustig gaan slapen.

Het is voor elk dier een hele stap om het nest te verlaten en bij zijn moeder weg te gaan. Daarom is het goed om dit wat te begeleiden, zodat de hond of kat de verandering zo goed mogelijk kan verwerken. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld Bach Remedies of healing.  

EPI (Exocriene pancreas insufficiëntie)

Afgelopen jaar had ik een hond in behandeling met EPI (Exocriene Pancreas Insufficiëntie). Dit is een lastige aandoening waarbij de alvleesklier te weinig of geen verteringsenzymen meer uitscheidt. Dit kan al bij jonge dieren ontstaan doordat de alvleesklier nooit volledig is ontwikkeld en in sommige gevallen is er sprake van een ontsteking waardoor het weefsel van de alvleesklier wordt aangetast. Die ontsteking wordt veroorzaakt door afweercellen van het lichaam en niet door bacteriën of een virus. De alvleesklier scheidt belangrijke verteringsenzymen uit zoals, lipase (voor de vertering van vet), amylase (voor de vertering van koolhydraten), typsine (voor de vertering van eiwitten) en daarnaast natriumbicarbonaat voor het neutraliseren van maagzuur. Het dan ook voor te stellen dat dieren met EPI door het gebrek aan deze enzymen vaak maag -en darmklachten hebben.

Hond Eefje was 3 jaar geleden gediagnosticeerd met EPI. Ze kreeg hiervoor pancreasenzymen, geadviseerd door de dierenarts. Er zijn speciale supplementen voor honden met EPI. Hierin zitten de enzymen die normaal gesproken door de pancreas worden uitgescheiden. Vaak krijgen dieren met EPI ook injecties met vitamine B12. Daarnaast krijgt Eefje ook alvleesklier aan de vers vleesvoeding toegevoegd, op die manier krijgt ze ook de stoffen die ze mist binnen. Toch voelde ze zich niet echt lekker de laatste tijd. Ze had vaak slijmerige dunne ontlasting en liet veel stinkende boeren. Het boeren werd erger, met name in de avond en ze werd er onrustig van. Ook had ze een sterke lichaamsgeur.

Tijdens het consult werd duidelijk dat, zoals ook te verwachten is bij EPI, de spijsverteringsorganen uit balans waren.

Ik heb kruiden geadviseerd die met name de lever, maag en darmen ondersteunen. Omdat Eefje ook gevoelig was voor stress en dit weer invloed kan hebben op de maag en darmen, heb ik haar daarnaast Bach Remedies gegeven. De Bach Remedies werken op het mentaal/emotionele aspect.

Na het eerste consult waren het boeren en de onrust van Eefje een stuk minder. Ze had af en toe nog een boer gelaten, maar het gebeurde nog maar een enkele keer in de laatste weken. Ook was haar ontlasting een stuk beter, ze had weer normale drollen. Toen de kruiden op waren, kwamen de klachten wel weer gedeeltelijk terug. Daarom heb ik nieuwe kruiden geadviseerd om haar verder te ondersteunen.

Bij klachten die chronisch zijn of al langere tijd spelen, is een vervolg vaker nodig. Omdat de meeste kruiden in een periode van 6 weken het best werken, is het goed om daarna over te stappen op andere kruiden, zodat het lichaam een nieuw impuls krijgt.

Toen ik na deze behandeling weer contact had met de eigenaren, bleek het eigenlijk heel goed te gaan met Eefje. De ontlasting was normaal, ze boerde niet meer en zat lekker in haar vel. Er zijn inmiddels al weer een aantal maanden verstreken en ze heeft geen klachten. Wel is het goed om haar regelmatig te ondersteunen met kruiden of andere middelen. De aandoening is helaas niet te genezen, maar de kruiden maken het wel een stuk aangenamer voor Eefje en haar baasjes.

Wat kun je doen voor een goede weerstand van je paard?

Het is weer herfst en met name voor paarden doet het koudere en natte weer een beroep op hun immuunsysteem. Het zou kunnen dat je paard in de herfst wat in een dipje zit, misschien loopt hij niet helemaal lekker, heeft hij last van de luchtwegen of lijkt hij gewoon niet echt goed in zijn vel te zitten. Het lichaam wordt aan het werk gezet om zich warm te houden en zich aan te passen aan het koudere weer. Dat vraagt best wat energie. Het is daarom een goed idee om je paard nu wat extra te ondersteunen en voor te bereiden op de winter. Daarvoor kun je denken aan de voeding of het gebruik van bijvoorbeeld kruiden of supplementen.

Voeding

Het belangrijkste is dat het paard de juiste voeding krijgt, zodat maag en darmen goed functioneren. De darmen met de nodige goede bacteriën, de darmflora, bepalen namelijk een groot deel van de weerstand. Je kan de darmflora zo nodig ondersteunen met supplementen, maar voeding is de basis om het gezond te houden. Zorg daarom dat je paard voldoende ruwvoer tot zijn beschikking heeft, zodat hij gedurende de dag voldoende kan eten. Bij ruwvoer bedoel ik een goede kwaliteit hooi met veel structuur en een laag fructaangehalte.

Paarden besteden in de natuur wel 60-70% van de dag aan eten. Hier is hun spijsverteringsstelsel op ingesteld en daarom functioneren de organen het beste bij voldoende aanvoer van voeding.

Bovendien zorgt het caecum (blinde darm) voor de afbraak van ruwe celstof en celwanden (afkomstig van o.a. stengelige grassen/bladeren), die omgezet worden tot vluchtige vetzuren die energie leveren. Op die manier heeft de gezondheid van het caecum invloed op het warm kunnen houden van het lichaam. De blinde darm bij paarden is in verhouding veel groter dan bij mensen en heeft dus een belangrijke functie. Het caecum raakt vestoord door o.a. voeding met een gebrek aan vezels of verkeerde koolhydraten.

Ook kun je af en toe wat groenten bijvoeren als extra bron van vitaminen en mineralen. Veilige groenten zijn o.a.; broccoli, boerenkool, spruitjes, spinazie en wortelen. Voer ze met mate, koolsoorten kunnen in grote hoeveelheden koliek veroorzaken en wortels bevatten ook suikers.

Er zijn ook steeds meer graanvrije brokken die goede voedingsstoffen bevatten. Dat kan een mooie aanvulling zijn, maar goed ruwvoer is de basis.

Ondersteunende middelen

Naast de voeding kun je het paard ondersteunen met bijvoorbeeld kruiden of supplementen. Kruiden hebben eigenschappen die o.a. het immuunsysteem ondersteunen, bacteriën weren, zorgen voor gezonde slijmvliezen, de spijsverteringsorganen stimuleren, de lever helpen om afvalstoffen af te voeren of een versterkende werking hebben op het gehele lichaam.

Bij het selecteren van middelen kijk ik altijd naar het individuele dier. Ik stel middelen samen waar het dier op dat moment behoefte aan heeft. Daaraan vooraf onderzoek ik het dier om erachter te komen of hij klachten heeft of op bepaalde gebieden ondersteuning kan gebruiken.

Dit geldt natuurlijk niet alleen voor paarden, ook op andere dieren kan de overgang van de seizoenen impact hebben. Hoe meer het dier in balans is, hoe beter het ertegen kan. Bij veel dieren zul je er weinig van merken. Bij dieren die al iets gevoeliger zijn door bijvoorbeeld andere (chronische) klachten of oudere dieren heeft het meer invloed en is het goed om ze erdoorheen te helpen.

Vragen?

Vraag je je af of je dier iets nodig heeft? Neem gerust contact op voor advies of een consult.

Niesziekte

Niesziekte is een veel voorkomend fenomeen bij katten. Het wordt veroorzaakt door het feline herpesvirus en heeft symptomen als neusuitvloeiing, niezen, ontstoken ogen, koorts en een gebrek aan eetlust. Als de kat langere tijd last heeft van niesziekte kunnen chronische klachten ontstaan. Daarom is het belangrijk om bij niesziekte het lichaam te ondersteunen met middelen die de weerstand ondersteunen en de slijmvliezen herstellen. Vaak wordt antibiotica ingezet, soms in combinatie met pijnstillers. Dit kan nodig zijn, maar de medicatie verlaagt wel de weerstand. Juist bij gebruik van medicatie is het belangrijk om het lichaam te ondersteunen met natuurgeneeskundige middelen, zodat het lichaam de medicatie nadien weer kan afvoeren en tegelijkertijd weerstand opbouwt. Ik heb onlangs een paar katten behandeld met niesziekte die gelukkig goed zijn hersteld. Beide zijn nog jonge dieren. Ik wil deze voorbeelden graag met jullie delen: 

De ene poes die ik heb behandeld woonde pas sinds een paar weken bij het gezin. Toen ze oud genoeg was en samen met haar broertje in haar nieuwe thuis kwam leek ze zich niet helemaal lekker te voelen. Een verhuizing is natuurlijk ook heel spannend, maar terwijl haar broertje al speelde en goed at, had zij nog weinig trek en ze was niet zo actief als een kitten hoort te zijn. Ze snotterde en haar neusje zat steeds vol.  

Haar baasjes maakten zich zorgen om haar en gingen met haar naar de dierenarts. De dierenarts schreef een antibioticum en pijnstillers voor. Na een paar dagen ging het wat beter met haar. Ze at weer en werd actiever. Toch bleef ze een snotneus houden en sliep ze veel. We hebben snel een afspraak gepland.  

Tijdens het consult kwam naar voren dat haar lever, nieren en darmen wel wat ondersteuning konden gebruiken. Dit kan te maken hebben met de belasting van de medicatie en het virus. Dit zorgt ervoor dat deze afvoerende organen overbelast raken en toxines minder goed kunnen uitscheiden. Daarnaast waren de slijmvliezen geïrriteerd.  

Om de organen te ondersteunen en de slijmvliezen te herstellen heb ik kruiden geadviseerd en een supplement om de darmen te ondersteunen. Verder heb ik Bach Remedies ingezet, omdat ik voelde dat zij op emotioneel vlak ook wel wat hulp kon gebruiken. Ik vind het belangrijk om bij een behandeling ook het mentale/emotionele aspect mee te nemen, dit heeft veel invloed op de fysieke gezondheid. 

Na de eerste behandeling was ze energieker en ze speelde leuk samen met haar broertje. Wel had ze nog een snotneus en was ze nog niet zo fit als een kitten hoort te zijn. Daarom hebben we een vervolgconsult gepland en heb ik opnieuw gekeken wat ze nodig had. Ik zag een duidelijke verbetering, maar het lichaam kon nog wel wat ondersteuning gebruiken. Voor de vervolgperiode heb ik andere middelen gekozen die verder konden helpen bij de opbouw van de weerstand en irritaties aan de slijmvliezen konden verhelpen.  

Dit heeft haar goed gedaan. Ze heeft geen snotneus meer en is fanatiek aan het spelen met haar broertje. Ook mogen ze sinds een tijdje naar buiten en dit vindt ze geweldig. We gaan nog even door met weerstand verhogende kruiden om haar nog een zetje mee te geven, zodat ze straks wanneer haar lichaam sterker is minder snel een terugval zal krijgen en haar lichaam zichzelf in balans kan houden.  

Ditzelfde geldt voor de jonge kater die voordat hij bij zijn nieuwe baasjes kwam al het een en ander had meegemaakt. Zijn baasjes hebben hem via het asiel gekregen en hij was op zijn jonge leeftijd van 8 maanden al op verschillende plekken geweest. Toen hij net binnenkwam in het asiel was hij al ziek en hij was daarvoor behandeld. Na een paar dagen bij zijn nieuwe baasjes werd hij weer erg ziek. Hij had vieze ogen, veel snot en moest kokhalzen. Zijn eetlust was verminderd en wanneer hij at ging dit lastig en hield hij zijn bek scheef.  

Hij is bij de dierenarts geweest. Er was sprake van een heftige voorste luchtweginfectie. Hij heeft meerdere keren medicatie hiervoor gehad, waaronder een lange kuur antibiotica. Daarna ging het wel beter, maar hij had nog wel traanogen en hij kauwde nog wat vreemd op zijn eten. De dierenarts zei dat het waarschijnlijk chronisch is en misschien niet alle klachten over zouden gaan.  

Zijn baasje vroeg om een consult, omdat ze hem graag wilde helpen zich zo goed mogelijk te voelen en om zijn weerstand te verbeteren.  

Toen ik op consult kwam was hij gelukkig alweer lekker speels, maar hij had nog wat klachten als diarree, traanogen en geïrriteerde slijmvliezen. Met de meting met de biotensor kwam eruit dat de afvoerende organen wel wat te lijden hadden gehad en de spijsverteringsorganen ook ondersteuning konden gebruiken. Hiervoor heb ik kruiden en homeopathie ingezet.  

Verder had hij last van bepaalde angsten. Met name wanneer hij buiten was en vreemde geluiden hoorde. Hij raakte hierdoor in paniek. Binnen vertoonde hij wat onrust en liep hij veel achter zijn baasjes aan. Voor de angst en onrust heb ik Bach Remedies ingezet. 

Sinds de eerste behandeling gaat het een stuk beter met de jonge kater. Hij heeft een mooie glanzende vacht, zonder opstaande haren. De traanogen en het kokhalzen waren over. Wel houdt hij zijn kop nog wat scheef tijdens het eten. Verder is hij een stuk zekerder buiten en niet meer angstig bij vreemde geluiden. 

Om het herstel van het lichaam nog verder te ondersteunen hebben we een vervolgconsult gepland. De verbetering was duidelijk. Tijdens de meting kwamen geen van de organen die ik de vorige keer had getest er nog uit, wat aangaf dat zijn lichaam goed herstelde. Wel heb ik opnieuw kruiden geadviseerd voor het ondersteunen van de weerstand.  

Ik ben erg blij dat deze jonge dieren zo snel reageerden op de middelen en ik vind het geweldig om te zien wat een mooie speelse katten het zijn geworden, dankzij hun baasjes die op tijd aan de bel trokken en de katten naast de reguliere behandelingen ook met natuurlijke middelen wilden helpen. Op die manier kunnen de reguliere en natuurgeneeskundige behandelingen goed samen werken, ten gunste van het herstel.  Hieronder zie je voor en na foto’s van de knappe kater.

Met niesziekte is het altijd goed om de gezondheid van het dier goed in de gaten te houden. Ze kunnen wat gevoeliger zijn wanneer er beroep wordt gedaan op het immuunsysteem, daarom is het belangrijk om regelmatig preventief voor de weerstand van het dier te zorgen.  

Voor de behandeling, hier heeft hij nog traanogen
Voor de behandeling. Je ziet hier dat hij opstaande haren heeft in zijn vacht, dit kan aangeven dat een kat zich niet helemaal lekker voelt.
Na de behandeling. Hij heeft mooie heldere, schone ogen en een glanzende vacht.

de vijf elementen en hoefbevangenheid

Om verbanden te leggen tussen aandoeningen vind ik het wel eens handig om de vijf elementen van het TCM (Traditional Chinese Medicine) erbij te pakken. Het TCM onderscheidt de elementen Hout, Vuur, Aarde, Metaal en Water. Bij elk element zijn organen, weefsels, zintuigen en emoties ingedeeld. Naast de lichaamsonderdelen zijn ook de seizoenen, klimaten, levensfasen, en kleuren in de elementen opgenomen. Je kunt hierdoor niet alleen verbanden leggen tussen fysieke klachten en emoties en fysieke klachten, maar ook bijvoorbeeld de tijd van het jaar of de weersomstandigheden en de klachten. Zo kan zijn dat de klachten van het dier erger zijn in een bepaald seizoen of weersomstandigheden of dat het dier bepaalde voorkeuren heeft. Het onderstaand schema richt zich vooral op mensen maar is ook naar dieren te vertalen.

Cycli van de vijf elementen

De vijf elementenleer kent een voedende en een controlerende cyclus. De elementen hebben namelijk ook onderling invloed op elkaar. Het ene element voedt het andere, dus wanneer het ene element verzwakt is zal ook het andere element te weinig energie ontvangen. Daarnaast controleren de elementen elkaar. Dit zorgt ervoor dat de energie van een bepaald element niet gaat overheersen. Dit alles om balans te creëren/ behouden. In het schema hiernaast vind je de twee cycli. De buitenste pijlen geven de voedende cyclus weer en de pijlen in het midden de controlerende cyclus.

Als je kijkt naar de aandoening hoefbevangenheid zijn de klinische symptomen het duidelijkst in de hoeven te zien. Hoeven zijn te vergelijken met nagels en vallen dus onder het houtelement. Wat nog meer onder het houtelement valt zijn de lever en galblaas. Nu heeft het paard geen galblaas dus deze valt in dit geval af.

Omdat hoeven en lever samen vallen in dit element zou je kunnen stellen dat een paard met hoefbevangenheid een verzwakte leverenergie heeft. Dat is wel te verklaren, want hoefbevangenheid wordt zoals ik in een eerder artikel beschreef voor een groot deel veroorzaakt door toxines. De lever helpt normaal gesproken mee om deze af te voeren, maar wanneer de lever hier te weinig energie voor heeft of wanneer de lever te zwaar wordt belast met toxines zal hij deze functie minder goed kunnen uitvoeren. Dit kan uiteindelijk in hoefbevangenheid resulteren. Wanneer je naar de vijf elementen kijkt is de kans dus groot dat de lever wel wat ondersteuning kan gebruiken.

Wanneer het houtelement verzwakt is kan het zijn dat het vuurelement ook een verminderde energie heeft, omdat deze gevoed wordt door het houtelement. Bij het vuurelement horen bloedvaten en het hart. Vaak hebben paarden door de hoefbevangenheid last van een verminderde doorbloeding. Dit komt met name door defecten in de structuren van de hoef en door verminderde beweging, maar het circulatieprobleem is wel in te delen in het vuurelement. Ook de dunne darm hoort bij het vuurelement en deze is inderdaad vaak verstoord bij hoefbevangenheid door verkeerde voeding en toxines, maar dit is meestal al voorafgaand aan de klacht. Daarnaast spelen maag en milt ook een rol bij hoefbevangenheid en de spijsverteringsproblemen die daarbij horen. Het paard kan met een verstoorde maag- en miltenergie de voedingsstoffen niet meer goed verwerken en eetlust en verzadigdheid zijn vaak niet in balans. Er zijn dus vaak meerdere elementen uit balans doordat al deze elementen invloed op elkaar hebben volgens de cycli.

Het belang van een holistische blik wordt ook hiermee weer bevestigd. Het hele lichaam ofwel alle elementen werken met elkaar samen en beïnvloeden elkaar.

Tijdens een consult wordt overigens altijd een anamnese afgenomen en aan de hand daarvan en een lichamelijk onderzoek wordt gekeken wat het dier nodig heeft. De vijf elementen theorie kan als hulpmiddel gebruikt worden om verbanden te zien en het inzichtelijk te maken voor de eigenaar.

Afvalstoffen en hoefbevangenheid

Een belangrijke oorzaak van hoefbevangenheid is een teveel aan afvalstoffen/toxines in het lichaam. Deze afvalstoffen hopen zich op in het lichaam en brengen schade aan. Het lichaam is in staat een normale hoeveelheid afvalstoffen af te breken en uit te scheiden die vrijkomen bij de verbranding van voeding of aanwezig zijn in de omgeving met behulp van o.a. de lever en nieren. Wanneer er een te grote hoeveelheid toxines aanwezig is worden deze organen extra belast waardoor er niet voldoende meer wordt afgevoerd en ook de vitaliteit van deze organen achteruit gaat.

Voorbeelden waarbij er sprake kan zijn van een teveel aan afvalstoffen zijn:

  • Niet passende voeding:

Voedingsstoffen als zetmeel, melasse en glucose dat te vinden is in o.a. granen en fruit brengen de darmflora uit balans. Het spijsverteringssysteem van een paard is er namelijk op gericht om voornamelijk cellulose te verteren (aanwezig in structuurrijk gras, kruiden, hooi en bladeren) Door niet passende voeding ontstaat een zuurder milieu in de darmen waardoor pathogene micro-organismen zich kunnen vermenigvuldigen en micro-organismen die nodig zijn voor de vertering van o.a. cellulose worden vernietigd. Bij het vernietigen van deze micro-organismen komen toxines vrij die via de darmen in de bloedbaan terecht komen en vervolgens schade aanrichten in de hoeven.

Bovendien heeft het lichaam met deze voedingsstoffen meer glucose te verwerken waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt. Bij een langdurig verhoogde bloedsuikerspiegel kan het paard insulineresistentie ontwikkelen.

  • Schimmels, gisten en zwammen:

Wanneer voedsel, bijvoorbeeld hooi, niet goed wordt opgeslagen kan het hiermee besmet raken. Deze geven giftige bijproducten af, ook wel mycotoxines genoemd. Mycotoxine wordt in verband gebracht met hoefbevangenheid. Het zorgt ervoor dat de bloedvaten samentrekken bij stress of ziekte.

Raai- en zwenkgras kunnen besmet raken met de schimmel ‘endofyt’ welke ook myctoxines afgeeft. Endofytbesmetting komt met name voor op een bodem die rijk is aan kalium, vaak ontstaan door jarenlange overbemesting.

  • Medicatie:

Medicijnen, en denk daarbij ook aan ontwormingsmiddelen, brengen ook de darmflora uit balans. Ontwormingsmiddelen doden zowel de pathogene als de gezonde bacteriën in de darmen. De darmflora is erg belangrijk voor de algehele weerstand en daarom zou ik aanraden niet te vaak te ontwormen, liever alleen wanneer nodig. Dit kan je via mestonderzoek bij de dierenarts of via www.wormbestrijding.nl controleren.

Pijnstillende medicatie zijn vaak belastend voor de lever, nieren en het maagdarmstelsel en verhogen daarmee ook de hoeveelheid toxines in het lichaam. Wanneer het dier veel pijn heeft kan het natuurlijk nodig zijn om dit te gebruiken. Je kan het lichaam hierbij ondersteunen met natuurlijke middelen. Ook zijn er natuurlijke alternatieven die pijn kunnen verlichten.

Bij de preventie van hoefbevangenheid is het belangrijk om de aanvoer van afvalstoffen dus zo laag mogelijk te houden. Het belangrijkste hierbij is de juiste voeding te geven. Zorg voor voldoende ruwvoer gedurende de dag en vermijd granen en andere producten die granen, zetmeel en melasse bevatten.

Daarnaast is het belangrijk de lever en nieren gezond te houden. Tijdens een consult kijk ik ook altijd naar de vitaliteit van deze organen d.mv. de anamnese en met de biotensor. In gevallen van hoefbevangenheid komt het vaak voor dat de lever ondersteuning kan gebruiken. Ik gebruik hiervoor kruiden of homeopathie. Leverondersteuning is vaak een belangrijke stap richting het herstel.

In het artikel “de vijf elementen en hoefbevangenheid” lees je meer over het verband tussen deze twee.

Fytotherapie bij hoefbevangenheid

Hoefbevangenheid is een aandoening die helaas veel voorkomt onder de paarden en pony’s in Nederland. In veel gevallen komt het vaker terug en neemt het chronische vormen aan. Het is hierbij natuurlijk belangrijk om de huisvesting en voeding aan te passen, zodat de externe oorzaken worden geëlimineerd. Toch lijkt dit soms niet voldoende. In zo’n geval kan het zijn dat het lichaam nog een zetje nodig heeft om weer in balans te komen.

Hoefbevangenheid is geen hoefziekte, zoals de naam misschien doet vermoeden, maar een systemische ziekte. Dat betekent dat er meerdere systemen van het lichaam betrokken zijn bij het ontstaan van de aandoening. Vaak zie je bij hoefbevangenheid een disbalans in bijvoorbeeld de spijsvertering, circulatie of hormoonhuishouding. Vaak is er niet één duidelijk aanwijsbare oorzaak, maar zijn er meerdere factoren die samen aanleiding geven tot het ontstaan van hoefbevangenheid.

Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen. Een paard dat zowel fysiek als emotioneel in balans is zal minder snel ziek worden, dat geldt ook voor hoefbevangenheid. In de Natuurgeneeskunde richt men zich daarom niet alleen op het genezen van de klacht maar vooral op het gezond maken/houden van het lichaam. Fytotherapie, ofwel kruidengeneeskunde, is één van de therapieën die in de Natuurgeneeskunde kan worden ingezet voor zowel preventie als behandeling van hoefbevangenheid.

Er zijn vele kruiden die ondersteuning kunnen bieden bij hoefbevangenheid door bijvoorbeeld hun werking op de lever of nieren, de spijsvertering, de circulatie, de hormoonhuishouding of door hun ontsteking werende of pijnstillende werking. Hierbij is het van belang om als natuurgeneeskundig therapeut te kijken naar het dier in zijn geheel om te zien waar de disbalans zit. Ieder dier is anders en zal daarom ook iets anders nodig kunnen hebben.

Op die manier kunnen kruiden het herstel van hoefbevangenheid in gang zetten en het lichaam ondersteunen, zodat ook het zelfgenezend vermogen beter zijn werk kan doen. Soms is dit een lang proces, met name wanneer de hoefbevangenheid al langere tijd speelt. Toch kan ook in chronische gevallen de hoef zich weer langzaam herstellen wanneer je eenmaal op de goede weg zit.

Wat ik ook een belangrijk onderdeel vind om te bespreken zijn de veroorzakende toxines/gifstoffen en de rol van de lever hierbij. Hierover vertel ik in een volgend artikel meer.