Categoriearchief: info@navodi.nl

Gezonde voeding voor honden en katten

Voeding is een belangrijke basis voor de gezondheid. In de natuurgeneeskunde wordt daarom altijd veel aandacht aan voeding besteed. Wij houden hierbij rekening met de behoeften van het dier vanuit zijn natuur. Hierbij kijken wij naar hoe de dieren van nature leefden en wat zij in het wild aten. Daarnaast kan de anatomie en fysiologie ons veel vertellen over de voedingsbehoeften.

Er zijn vele soorten honden -en kattenvoer en ook veel verschillende meningen over wat nu goed voer is. Daarom geef ik graag meer uitleg over dit onderwerp.

Carnivoren

Honden en katten zijn carnivoren. Honden stammen af van de wolf en onze katten van hun wilde voorouders. Ondanks dat de meeste honden totaal niet meer op wolven lijken is het maagdarmstelsel en hun gebit nog steeds hetzelfde. In de natuur vingen hun voorgangers zelf een prooi en met het eten van organen, botten en spiervlees komen zij aan hun voedingsstoffen. Eiwit en vet zijn belangrijke voedingsbronnen voor carnivoren. Verder krijgen zij nog wat andere voor verteerde plantaardige voedingsstoffen binnen dat in de maag van hun prooi zat. Honden pikken daarnaast nog wel eens wat planten of groenten of vruchten mee, maar katten doen dit als obligate carnivoren nauwelijks

Toch zijn er veel brokken te koop met een grote hoeveelheid aan granen, maïs, etc. De koolhydraten die je hierin vindt zijn moeilijk te verteren voor honden en katten, omdat het enzym amylase hiervoor nodig is. Honden hebben een geringe hoeveelheid amylase in hun speeksel, zodat zij de maaginhoud van hun prooien kunnen verteren. Katten hebben dit enzym niet.

Doordat het zo moeilijk te verteren is voor onze carnivoren zorgt dit voor extra belasting van de spijsverteringsorganen en extra afvalstoffen in het lichaam. Dit kan op korte of lange termijn zorgen voor veel gezondheidsklachten, zoals: spijsverteringsklachten, huidklachten, overvolle anaalklieren, oorontstekingen, onrust, overgewicht, alvleesklierproblemen, nierfalen en diabetes.

Vers vlees

Vers vlees is altijd mijn eerste keuze voor honden en katten. Hiermee bedoelen we rauw vlees. Omdat het rauw is blijven de voedingsstoffen het beste behouden. Ook kunnen de goede bacteriën en enzymen overleven, doordat het niet wordt verhit. Dit geeft veel voordelen voor de gezondheid en weerstand. Vlees bevat overigens veel vocht en door het bot dat erin zit heeft het een natuurlijke en goed opneembare calciumbron. Voor de vertering van rauw vlees en botten is een zuurder milieu nodig. Hier past de maag zich op aan. Door dit zuurdere milieu kunnen slechte bacteriën en parasieten moeilijke overleven, waardoor het ook nog eens de weerstand tegen wormbesmettingen verbetert. Alle vitaminen en mineralen die in het vlees zitten zijn in hun natuurlijke staat en daarom goed op te nemen door het lichaam.

Er zijn tegenwoordig vele soorten vers vlees voer op de markt. Er is KVV (kant en klaar vers vlees). Dit is gemalen vlees waarin bot, orgaan en spiervlees zit verwerkt en vaak in rollen of bakjes verpakt wordt. De verhoudingen tussen bot, orgaan en spiervlees zijn hierbij belangrijk. Een te hoog gehalte aan bot kan bijvoorbeeld voor harde ontlasting zorgen en een te hoog gehalte aan orgaanvlees kan juist voor slappe ontlasting zorgen. In goede merken KVV is deze verhouding goed uitgebalanceerd. Vers vlees kan als complete voeding worden gezien. Hierbij zijn wel een paar aandachtspunten. Er zijn merken waarbij elke verpakking (rol/bakje) compleet op zichzelf is door toevoeging van een vitamine -en mineralen preparaat en sommige merken zijn compleet doordat er meerdere diersoorten in zitten per verpakking. Daarnaast zijn er merken die compleet zijn door verschillende diersoorten af te wisselen. Je voert dan per vier weken ten minste vier diersoorten. Het afwisselen van diersoorten of gemixt vlees vind ik het best, omdat er geen synthetische voedingsstoffen aan toegevoegd hoeven te worden.

Wat ik wel eens hoor als tegenargument voor het voeren van vers vlees is dat brokken beter zouden zijn voor het gebit, omdat ze er meer op moeten kauwen. Honden en katten hebben echter geen maalgebit. Je ziet dit ook aan de tanden en kiezen. De puntige kiezen scharen langs elkaar. Hiermee kunnen zij stukken vlees in stukken knippen en vlees van de botten af schrapen. Om iets voor het gebit te doen, kan je daarom beter een bevleesd bot geven.

Ook is er een mogelijkheid om hele delen of karkassen te kopen en zelf de maaltijden samen te stellen, ook wel BARF genoemd (Bones and Raw Food). Het voordeel hiervan is dat de hond of kat meer moet kluiven. Dat is natuurlijk goed voor het gebit, maar het kluiven is ook kalmerend en het houdt hem bezig. Dit is ook prima te combineren met KVV.

Veel geziene voordelen bij het voeren van vers vlees:

  • gezondere darmflora > betere weerstand
  • minder verharen, gezondere huid en vacht
  • minder vaak en veel poepen
  • minder snel tandplak/tandsteen op het gebit, doordat het geen zetmeel/koolhydraten bevat
  • minder snel groeipijnen bij pups
  • minder hyperactief

Brok

Mocht het niet mogelijk zijn om rauw vlees te voeren of je voert echt liever een brok, dan raad ik aan om een graanvrije brok met een zo hoog mogelijk vleesgehalte en zo min mogelijk synthetische toevoegingen te kiezen. Ook synthetische vitaminetoevoegingen zijn belastend voor het lichaam en zorgen voor meer afvalstoffen. Daarnaast zijn deze vaak moeilijk op te nemen door het lichaam. Er komen steeds meer brokken op de markt waarbij rekening is gehouden met een zo natuurlijk mogelijk dieet voor dieren. Het nadeel van brokken blijft echter dat door het bereidingsproces voedingsstoffen verloren gaan en er geen levende enzymen en bacteriën meer overblijven. Daarom is het goed om bij brokken regelmatig voor wat pre -en probiotica te zorgen door middel van bijvoorbeeld een supplement.

Wat kun je doen voor een goede weerstand van je paard?

Het is weer herfst en met name voor paarden doet het koudere en natte weer een beroep op hun immuunsysteem. Het zou kunnen dat je paard in de herfst wat in een dipje zit, misschien loopt hij niet helemaal lekker, heeft hij last van de luchtwegen of lijkt hij gewoon niet echt goed in zijn vel te zitten. Het lichaam wordt aan het werk gezet om zich warm te houden en zich aan te passen aan het koudere weer. Dat vraagt best wat energie. Het is daarom een goed idee om je paard nu wat extra te ondersteunen en voor te bereiden op de winter. Daarvoor kun je denken aan de voeding of het gebruik van bijvoorbeeld kruiden of supplementen.

Voeding

Het belangrijkste is dat het paard de juiste voeding krijgt, zodat maag en darmen goed functioneren. De darmen met de nodige goede bacteriën, de darmflora, bepalen namelijk een groot deel van de weerstand. Je kan de darmflora zo nodig ondersteunen met supplementen, maar voeding is de basis om het gezond te houden. Zorg daarom dat je paard voldoende ruwvoer tot zijn beschikking heeft, zodat hij gedurende de dag voldoende kan eten. Bij ruwvoer bedoel ik een goede kwaliteit hooi met veel structuur en een laag fructaangehalte.

Paarden besteden in de natuur wel 60-70% van de dag aan eten. Hier is hun spijsverteringsstelsel op ingesteld en daarom functioneren de organen het beste bij voldoende aanvoer van voeding.

Bovendien zorgt het caecum (blinde darm) voor de afbraak van ruwe celstof en celwanden (afkomstig van o.a. stengelige grassen/bladeren), die omgezet worden tot vluchtige vetzuren die energie leveren. Op die manier heeft de gezondheid van het caecum invloed op het warm kunnen houden van het lichaam. De blinde darm bij paarden is in verhouding veel groter dan bij mensen en heeft dus een belangrijke functie. Het caecum raakt vestoord door o.a. voeding met een gebrek aan vezels of verkeerde koolhydraten.

Ook kun je af en toe wat groenten bijvoeren als extra bron van vitaminen en mineralen. Veilige groenten zijn o.a.; broccoli, boerenkool, spruitjes, spinazie en wortelen. Voer ze met mate, koolsoorten kunnen in grote hoeveelheden koliek veroorzaken en wortels bevatten ook suikers.

Er zijn ook steeds meer graanvrije brokken die goede voedingsstoffen bevatten. Dat kan een mooie aanvulling zijn, maar goed ruwvoer is de basis.

Ondersteunende middelen

Naast de voeding kun je het paard ondersteunen met bijvoorbeeld kruiden of supplementen. Kruiden hebben eigenschappen die o.a. het immuunsysteem ondersteunen, bacteriën weren, zorgen voor gezonde slijmvliezen, de spijsverteringsorganen stimuleren, de lever helpen om afvalstoffen af te voeren of een versterkende werking hebben op het gehele lichaam.

Bij het selecteren van middelen kijk ik altijd naar het individuele dier. Ik stel middelen samen waar het dier op dat moment behoefte aan heeft. Daaraan vooraf onderzoek ik het dier om erachter te komen of hij klachten heeft of op bepaalde gebieden ondersteuning kan gebruiken.

Dit geldt natuurlijk niet alleen voor paarden, ook op andere dieren kan de overgang van de seizoenen impact hebben. Hoe meer het dier in balans is, hoe beter het ertegen kan. Bij veel dieren zul je er weinig van merken. Bij dieren die al iets gevoeliger zijn door bijvoorbeeld andere (chronische) klachten of oudere dieren heeft het meer invloed en is het goed om ze erdoorheen te helpen.

Vragen?

Vraag je je af of je dier iets nodig heeft? Neem gerust contact op voor advies of een consult.

Niesziekte

Niesziekte is een veel voorkomend fenomeen bij katten. Het wordt veroorzaakt door het feline herpesvirus en heeft symptomen als neusuitvloeiing, niezen, ontstoken ogen, koorts en een gebrek aan eetlust. Als de kat langere tijd last heeft van niesziekte kunnen chronische klachten ontstaan. Daarom is het belangrijk om bij niesziekte het lichaam te ondersteunen met middelen die de weerstand ondersteunen en de slijmvliezen herstellen. Vaak wordt antibiotica ingezet, soms in combinatie met pijnstillers. Dit kan nodig zijn, maar de medicatie verlaagt wel de weerstand. Juist bij gebruik van medicatie is het belangrijk om het lichaam te ondersteunen met natuurgeneeskundige middelen, zodat het lichaam de medicatie nadien weer kan afvoeren en tegelijkertijd weerstand opbouwt. Ik heb onlangs een paar katten behandeld met niesziekte die gelukkig goed zijn hersteld. Beide zijn nog jonge dieren. Ik wil deze voorbeelden graag met jullie delen: 

De ene poes die ik heb behandeld woonde pas sinds een paar weken bij het gezin. Toen ze oud genoeg was en samen met haar broertje in haar nieuwe thuis kwam leek ze zich niet helemaal lekker te voelen. Een verhuizing is natuurlijk ook heel spannend, maar terwijl haar broertje al speelde en goed at, had zij nog weinig trek en ze was niet zo actief als een kitten hoort te zijn. Ze snotterde en haar neusje zat steeds vol.  

Haar baasjes maakten zich zorgen om haar en gingen met haar naar de dierenarts. De dierenarts schreef een antibioticum en pijnstillers voor. Na een paar dagen ging het wat beter met haar. Ze at weer en werd actiever. Toch bleef ze een snotneus houden en sliep ze veel. We hebben snel een afspraak gepland.  

Tijdens het consult kwam naar voren dat haar lever, nieren en darmen wel wat ondersteuning konden gebruiken. Dit kan te maken hebben met de belasting van de medicatie en het virus. Dit zorgt ervoor dat deze afvoerende organen overbelast raken en toxines minder goed kunnen uitscheiden. Daarnaast waren de slijmvliezen geïrriteerd.  

Om de organen te ondersteunen en de slijmvliezen te herstellen heb ik kruiden geadviseerd en een supplement om de darmen te ondersteunen. Verder heb ik Bach Remedies ingezet, omdat ik voelde dat zij op emotioneel vlak ook wel wat hulp kon gebruiken. Ik vind het belangrijk om bij een behandeling ook het mentale/emotionele aspect mee te nemen, dit heeft veel invloed op de fysieke gezondheid. 

Na de eerste behandeling was ze energieker en ze speelde leuk samen met haar broertje. Wel had ze nog een snotneus en was ze nog niet zo fit als een kitten hoort te zijn. Daarom hebben we een vervolgconsult gepland en heb ik opnieuw gekeken wat ze nodig had. Ik zag een duidelijke verbetering, maar het lichaam kon nog wel wat ondersteuning gebruiken. Voor de vervolgperiode heb ik andere middelen gekozen die verder konden helpen bij de opbouw van de weerstand en irritaties aan de slijmvliezen konden verhelpen.  

Dit heeft haar goed gedaan. Ze heeft geen snotneus meer en is fanatiek aan het spelen met haar broertje. Ook mogen ze sinds een tijdje naar buiten en dit vindt ze geweldig. We gaan nog even door met weerstand verhogende kruiden om haar nog een zetje mee te geven, zodat ze straks wanneer haar lichaam sterker is minder snel een terugval zal krijgen en haar lichaam zichzelf in balans kan houden.  

Ditzelfde geldt voor de jonge kater die voordat hij bij zijn nieuwe baasjes kwam al het een en ander had meegemaakt. Zijn baasjes hebben hem via het asiel gekregen en hij was op zijn jonge leeftijd van 8 maanden al op verschillende plekken geweest. Toen hij net binnenkwam in het asiel was hij al ziek en hij was daarvoor behandeld. Na een paar dagen bij zijn nieuwe baasjes werd hij weer erg ziek. Hij had vieze ogen, veel snot en moest kokhalzen. Zijn eetlust was verminderd en wanneer hij at ging dit lastig en hield hij zijn bek scheef.  

Hij is bij de dierenarts geweest. Er was sprake van een heftige voorste luchtweginfectie. Hij heeft meerdere keren medicatie hiervoor gehad, waaronder een lange kuur antibiotica. Daarna ging het wel beter, maar hij had nog wel traanogen en hij kauwde nog wat vreemd op zijn eten. De dierenarts zei dat het waarschijnlijk chronisch is en misschien niet alle klachten over zouden gaan.  

Zijn baasje vroeg om een consult, omdat ze hem graag wilde helpen zich zo goed mogelijk te voelen en om zijn weerstand te verbeteren.  

Toen ik op consult kwam was hij gelukkig alweer lekker speels, maar hij had nog wat klachten als diarree, traanogen en geïrriteerde slijmvliezen. Met de meting met de biotensor kwam eruit dat de afvoerende organen wel wat te lijden hadden gehad en de spijsverteringsorganen ook ondersteuning konden gebruiken. Hiervoor heb ik kruiden en homeopathie ingezet.  

Verder had hij last van bepaalde angsten. Met name wanneer hij buiten was en vreemde geluiden hoorde. Hij raakte hierdoor in paniek. Binnen vertoonde hij wat onrust en liep hij veel achter zijn baasjes aan. Voor de angst en onrust heb ik Bach Remedies ingezet. 

Sinds de eerste behandeling gaat het een stuk beter met de jonge kater. Hij heeft een mooie glanzende vacht, zonder opstaande haren. De traanogen en het kokhalzen waren over. Wel houdt hij zijn kop nog wat scheef tijdens het eten. Verder is hij een stuk zekerder buiten en niet meer angstig bij vreemde geluiden. 

Om het herstel van het lichaam nog verder te ondersteunen hebben we een vervolgconsult gepland. De verbetering was duidelijk. Tijdens de meting kwamen geen van de organen die ik de vorige keer had getest er nog uit, wat aangaf dat zijn lichaam goed herstelde. Wel heb ik opnieuw kruiden geadviseerd voor het ondersteunen van de weerstand.  

Ik ben erg blij dat deze jonge dieren zo snel reageerden op de middelen en ik vind het geweldig om te zien wat een mooie speelse katten het zijn geworden, dankzij hun baasjes die op tijd aan de bel trokken en de katten naast de reguliere behandelingen ook met natuurlijke middelen wilden helpen. Op die manier kunnen de reguliere en natuurgeneeskundige behandelingen goed samen werken, ten gunste van het herstel.  Hieronder zie je voor en na foto’s van de knappe kater.

Met niesziekte is het altijd goed om de gezondheid van het dier goed in de gaten te houden. Ze kunnen wat gevoeliger zijn wanneer er beroep wordt gedaan op het immuunsysteem, daarom is het belangrijk om regelmatig preventief voor de weerstand van het dier te zorgen.  

Voor de behandeling, hier heeft hij nog traanogen
Voor de behandeling. Je ziet hier dat hij opstaande haren heeft in zijn vacht, dit kan aangeven dat een kat zich niet helemaal lekker voelt.
Na de behandeling. Hij heeft mooie heldere, schone ogen en een glanzende vacht.